Een (groot)warenhuis is een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt. In tegenstelling tot de latere supermarkt is het meestal geen zelfbedieningszaak.
Het eerste moderne warenhuis werd in 1837 opgericht door Procter & Gamble in Cincinnati, de latere multinational.
Wereldwijd bekende warenhuizen zijn Macy's, Harrods, Marks & Spencer, Galeries Lafayette, El Corte Inglés, GUM en Kaufhaus des Westens.
De eerste winkel, die in Nederland als warenhuis aangemerkt zou kunnen worden, was de Winkel van Sinkel op de Nieuwendijk in Amsterdam. De winkel, aanvankelijk niet meer dan een stoffenzaak, was in 1821 opgezet door de Duitser Anton Sinkel. Toen hij zijn zaak steeds meer uitbreidde, kreeg het langzaam de vorm van een warenhuis. Later kwamen er vestigingen elders in het land.
Begin 20e eeuw was de Belgische warenhuisketen Grand Bazar vertegenwoordigd in een aantal Nederlandse steden. Deze Grand Bazars waren groter van opzet dan Nederlandse winkels tot dan toe. Sommige warenhuizen (Utrecht, Maastricht) waren gevestigd in Jugendstil-panden. Nog in 1965 opende Grand Bazar een nieuw filiaal in Eindhoven.
De eerste moderne Nederlandse warenhuizen werden geopend in 1912 (Vroom & Dreesmann, Kalverstraat in Amsterdam, en 1914 (De Bijenkorf aan het Damrak eveneens in Amsterdam. Daarnaast waren in enkele Nederlandse steden lokale warenhuizen te vinden. In Amsterdam bouwde het van oorsprong Belgische Modemagazijn Hirsch & Cie een groot warenhuis op het Leidseplein. In Rotterdam was tot voor kort het warenhuis Ter Meulen gevestigd. In Heerlen was dat Schunck. Tot 1981 was in Maastricht (Wyck) het warenhuis Maussen gevestigd.
In Nederland zijn tegenwoordig de volgende warenhuizen actief: de Bijenkorf, V&D en HEMA. Exclusievere warenhuizen zijn: Maison de Bonneterie (Amsterdam en Den Haag, kleinere vestigingen in Laren en Heemstede) en Metz & Co (alleen in Amsterdam).